je had op maandag je kaartclub
bostonneren met je 3 maten
Jo, Jans en Bennie
kaarten werden geschud en gedeeld
8 kijkers flitsen heen en weer
de rekenkamer begon te werken
stemmen speelden een toontje hoger
vuisten sloegen deuken in het blad
vrouwen, boeren en azen bevolkten de tafel
en centen werden op een hoop geschoven
binnen ontstond een rookgordijn
van Velasques bolknakken
op de verwarming lag een natte spons
de asbak puilde uit, de bandjes waren voor mij
ik zorgde voor koffie en brandewijn
de klok tikte voort, niemand zei ga naar bed
mijn ogen prikten,
lucifersstokjes hielden ze niet open
maar ik, ik voelde me de Koning te rijk
een halve eeuw geleden
Annie, mijn moeder
had haar eigen “harten 5”
op maandagavond
het plakboek zit barstensvol
met goudomrande sigarenbandjes
Uiltje, Hofnar, Agio en Willem 11
En Velasques waakt op zolder over mijn schat