De schemering valt over de gevels
die ik naderbij zie komen
Zodra de trapreden kraken sluip ik naar boven
en schuif de geheime lade open
Mijn vingers strelen het doosje
met de zwaluw, dat is samengebonden
met reepjes fietsband
Vijfjes zitten opééngepakt
Gehavende rondjes met blauwe
hanenpoten versieren de munten
Een zin wordt blootgelegd
Munten verdwijnen, beelden verschijnen
Wapperend zilverpapier, omgespitte aarde
Een blauwe man opgevuld met stro
die de vogels in de lucht houdt
De plantjes worden planten
Warmte, water en aandacht
we kunnen er niet omheen
José Hattink-Blom, januari 2023
Het dorp is stil
de IJssel onstuimig
de aarde trilt
Een knal scheurt het dorp open
neemt mensen mee de lucht in
Wijhe blakert zwart
Gillende sirenes, dorpsbewoners
ontwaken uit een boze droom
Handen strelen en drogen tranen
Kinderen, zonen, dochters,
19 in getal waren 8 mei op de plek
des onheils en lieten het leven
Nu na bijna 80 jaar
komen achterblijvers samen
Jaren die niet voorbij gaan
Zij slaan de handen ineen
op zoek naar een luisterend oor,
herkenning en een plek om te gedenken
Nu en altijd
José Hattink-Blom
Eva nam een eerste hap
het zoete sap sijpelde over haar kin
Zij deelde de vrucht met Emma
en andere vrouwen
Zij stapten uit de schaduw
Ze boorden hun talenten aan
wangen die gloeiden
spieren die spanden
parelende zweetdruppels
Het verschijnen van fundamenten
Emma schetst een wereld in woorden
Haar poëzie omarmd Venlo
en schrijft kilometers ver
Haar slagkracht deed de green verbleken
en het water huiveren
Gedragen door hun moeders
Vrouwen die bouwen aan hun passie
Heilige huisjes worden
onbewoonbaar verklaard
wachtend op ….
Jaag je dromen na
achter elke deur
verschijnt een opening
José Hattink-Blom, september 2022
Zwart, geel, en groen
kleurden de gevels
Maar jij oogde somber
zonder plezier
Vooral in de winter
hunkerde je naar licht
Je buren hadden één gedachte
een andere kleur, broodnodig
Die schonk de zon je niet
Het werd een “Karwei”
Er begon iets te gloren
aan de horizon
Helpende handen kwamen
Een rechter en een linker
en twee linker handen
Een hemelse kleur verscheen
met de jakobsladder
Samen schuurde het gladjes
Rembrandts kwasten streelden
hemelsblauw op de kozijnen
Het eindpunt kwam nader
maar niet voor de schilders
De ramen …die zaten potdicht
José Hattink-Blom, juli 2022
Ach, wat was ik piep
onder moeders vleugels
Ik wou de wijde wereld in
maar niet alleen
en wist niet hoe
Lang hoefde het niet te duren
op mijn geboortedag verscheen jij
Sprakeloos staarde ik
naar je glanzende vurige blik
De mond vol tanden
wangen die bloosden
en ogen op steeltjes
Vlinders bleven cirkelen
Ons eerste samenzijn
Met mijn hoofd in de wolken
en knikkende knieën zag ik alleen jou
Ik wilde weer samen met je gaan
mijn wereld groter maken
Je gerief omarmde me
Soepel was je gang
Een gazelle met vleugels
we vlogen mijlenver
De afstand werd groter
De glans verliet je rode blik
Een spaak stak in het wiel
En ik, ik kon niet meer vliegen
Je paste me niet meer
De tijd liet haar sporen na
Het piepen ging over in kraken
Je remmen raakten los
En ik, ik ruilde je in
voor een grotere Gazelle
rood en jong
Mijn nieuwe liefde
José Hattink-Blom, mei 2022