We staan hier zowat luisteraars
oog in oog met een zwartgevederde
a.s. vader, een voorbeeldig exemplaar
maar onderwijl een harde werker
op deze bedauwde ochtend
vroeg uit de veren – de tijd vliegt
voorbij – en het is opletten geblazen
want gevaar loert alom: in gindse goot
bijvoorbeeld een Vlaamse gaai,
quasi nonchalant pennen likkend
veren schikkend snavel slijpend
startklaar om z’n kans te grijpen
en rechts, op het platje van de buren
aaibaar en meedogenloos: schijnbaar
in rust maar in opperste staat van paraatheid,
let op het lichte zwiepen van z’n staart,
voorbode van een vliegende start en wie weet
een nieuw persoonlijk record
en intussen moet er voedsel verzameld worden
want zo’n paartijd vreet energie: wormen en slakken
naast zaden pitten en wat kruimelwerk vormen
de hoofdmoot van een vezel- en eiwitrijk menu voor
krap één ons veren: een vederlicht bestaan
kortom: kater aarzelt, gaai gaapt merel fluit
een geweldige dag breekt aan.