Geïnspireerd door Vasalis, ‘De oude mannen’
Ik kwam twee oude mensen tegen.
Ze treden uit hun huis me tegemoet.
Ze hebben zich in feesttenue geheven,
hij in jacquet, het overhemd gesteven,
in zijn linkerhand de hogehoed.
Naast hem zijn vrouw, parmantig, schalks verlegen,
Zoals men bij een bruiloft meestal doet.
Ze denkt: wat zal er van mijn dochter worden?
En wat wordt er nog van mij verwacht?
Je hoopt het komt vast allemaal in orde,
zoals ik steeds ook van de anderen dacht.
Dan komt ze plotseling weer tot leven
En voegen vrouw en man zich in de stoet.
Ze pinkt een traan weg, ongezien, heel even,
wijl men om het bestaan niet wenen moet.
Deventer, 26 april 2011, bij gelegenheid van de eerste bijeenkomst van het Deventer Dichterscafé i.o., in de kelder van De Brave Broeder a/h Grote Kerkhof.