De boeren in Oost-Groningen

een villanelle

De boeren in Oost-Groningen zijn zelden eruptief
Ze wonen in hun woningen en ploegen zich door ’t leven
Het komt zoals het komt – ze hebben ’t leven lief.

Ze voeden zich met melk en graan en biet en bief
De samenstelling komt er niet op aan, dat is hun om ’t even
De boeren in Oost-Groningen zijn zelden eruptief.

Ze laten zich verstaan met ‘’t ken net’ en soms ‘wablief’
Wat gaat het ons ook aan, hoe zij hun taal beleven
Het komt zoals het komt – ze hebben ’t leven lief.

Nu is de grond onder hun voeten een weinig explosief
Daar moeten ze voor boeten, merken ze met angst en beven
Maar de boeren in Oost-Groningen zijn zelden eruptief.

Soms gaat de aarde wapperen, en de boer weet instinctief:
Straks gaat de staldeur klapperen: nou zullen we ’t beleven
Maar het komt zoals het komt – ze hebben ’t leven lief.

Dan komt er uit de Randstad ineens een hoge pief
En dat komt dan in de krant, dat wordt uitgebreid beschreven
Maar de boeren in Oost-Groningen zijn zelden eruptief.
Het komt zoals het komt – ze hebben ’t leven lief.

Jos Paardekooper