niet bezocht ik het Drentsch Museum
een toevalstrein bracht mij bij het Stedelijk
alwaar de suprematie van de geometrische
vorm een alternatief hoogtij vierde
niet trof ik Malevitsj
maar ene Marlene Dumas
een zwart vierkant indachtig
op roomwitte achtergrond
zong een andere signatuur
met zachte toets en de durf
der weglating in beelden
door mijn ziel van kleurend
kaput mortem en meer
prismatische pracht
al kraakt men duizend maal
de vrouw af die Picasso mist
banaliseert men de hoog opgehangen
zwoelte van Naomi Campbell’s volle
lippen en het extra wit dat vloeit in de
mediale hoek van haar linker oog
of walgt men van Dumas haar dochtertje
dat in Eva’s kostuumpje en luguber aangedikte
handjes schuchter onze wereld binnenschuifelt:
ik heb meesterlijke doeken gezien
meesterlijke houtskoollijnen
meesterlijke subtiliteiten van vegen verf
en sensuele vergissingen van het penseel
waarvan sommige toch weer tegen beter
voelen in een klassiek niveau benaderden
vergelijken kan ik niet
want in Assen ben ik niet geweest
alwaar wellicht een zwart vierkant
droefvergeefs
hoog of laag
op mij te wachten hing