Woest, woest, woest

Woest beschilderde doeken
in dikke-verf-lagen-zij-verstrengeld
met wild bewegende armen
knoestige vuisten houden
emmers en kwasten vast-grijpend
naar elkanders haren
schreeuwend zwaaiend
door doek onomwonden
scheurend-jute brekend glas-heffend
en dronken blikken werpend-naar
elkander welwillend meebewegend
reikend naar verwilderd háár-wilde
hij bezitten-gedachteloos-smijtend
zand door lucht en ruimte-met
verhitte lichamen-lagen-verstrengeld-daar

Woest gaat alles heen verloren
en dan toch plots …
ongedacht die avond in de schemer
vonden zij elkaar.

Joop Koopmanschap, 2024