Niemand zoals jij
Verlaten landschap
Raast langs mij heen
Huisjes langs de kade, lange lanen
Staalconstructies die mij dragen
Samen met al die mensen
Zelfs in dubbele lagen
Zie het verlaten landschap
Tussen volle wegen
Waar auto’s niet bewegen
Langs brede rivieren
Met sloom bewegende schepen
Zwevend langs huizen en kerken
Die schuivend voor elkander bewegen
Van station naar station
Langs grijze en blauwe dozen
Landschap zo wijds met rijen bomen
Waarin ik langzaam weg kan dromen
Als steden uit zicht verdwijnen
Snelt het geel over lange lijnen
Het blijft maar duren
Van ochtendlicht tot avondrood
Vliegt het voorbij, ik houd van je
Je bent van mij
Slechts enkele kilometers te gaan
De bestemming komt er aan
Hoe spijtig is het
Dat ik je straks weer ga verlaten
Je bent dan weer alleen
Niemand houd je meer in de gaten
Ik stap nu uit en kan niks anders zeggen
Dan dat het mij spijt
Want nu is er niemand
Niemand meer die naar je kijkt.
Dag landschap, verlaten landschap
Joop Koopmanschap, december 2024
Al mot het
Regen
Winden
woest door bomen waaien
Hagel
gras te pletter slaat
Mist
kleuren doet vervagen
Sneeuw
steeds ten hopen gaat
Ach wat doet het ertoe
als de
Zon
ons dan
‘n dag verlaat
Het is
altijd mooi weer!
Joop Koopmanschap, november 2024
Dat stel
uit Hippolytushoeve
zij woonde al jaren aldaar
Zouden zij samen
ooit gelukkig worden
hun namen pasten zo goed
bij elkaar?
Zij
het nijlpaard
de Hippo
en hij
de Hypochonder
Maar nee
Zij
voelde zich
thuis in het water
en hij
ging daaraan
ten onder.
Joop Koopmanschap, 2024
Met mijn voeten in het zand, het water en de klei.
De Aarde, ik bescherm haar om wat zij geeft aan mij.
Ik, de Gemene Ingeland, die veilig woont tussen haar rivieren,
vruchtdragende grond leefgebied voor mij en al mijn dieren
Als aderen in het landschap geeft zij mij haar
blauwe bloed waartussen ik mag wonen
Neem plaats op deze plek of in mijn handen,
zodat ik haar met mijn kracht kan belonen
Denk aan haar en denk aan mij,
dan is deze Aarde ook van jou
en een stuk dichterbij.
De Gemene Ingeland
Joop Koopmanschap, 2024
Woest beschilderde doeken
in dikke-verf-lagen-zij-verstrengeld
met wild bewegende armen
knoestige vuisten houden
emmers en kwasten vast-grijpend
naar elkanders haren
schreeuwend zwaaiend
door doek onomwonden
scheurend-jute brekend glas-heffend
en dronken blikken werpend-naar
elkander welwillend meebewegend
reikend naar verwilderd háár-wilde
hij bezitten-gedachteloos-smijtend
zand door lucht en ruimte-met
verhitte lichamen-lagen-verstrengeld-daar
Woest gaat alles heen verloren
en dan toch plots …
ongedacht die avond in de schemer
vonden zij elkaar.
Joop Koopmanschap, 2024