Wat het lijkt

Voor mij lijkt dit het einde van een lange dag die over-
schaduwd wordt door wolken wilde eenden op de vlucht;
daar lijkt het op, maar niet altijd, soms laat de zon zich
even zien. En binnenshuis lijkt het de klok die laatst
gerepareerd moest worden en nu weer aan de muur hangt,

maar die wat traag geworden is, zodat hij uren tegenhoudt,
wat mij de tijd geeft mijn huishoudelijke achterstanden in te
halen. Het lijkt mijn kamer die niet opgeruimd is, of de bril
die iemand is vergeten, het versleten jasje op de grond; het
lijkt de schimmelsoep die op de tafel staat te stinken. Daar

lijkt het op zo ongeveer, tot ik besluit te gaan verhuizen.
Het lijkt de hond die bij het afscheid onvervalst moet
blaffen, waarbij vergeleken mijn verdriet wat tegenvalt.
Het lijkt een wereld die alleen bestaat voor de ik in dit
gedicht, mais: Je est un autre.

Jan van Laar