Vragen

Iemand vraagt me: ‘François Villon was toch die
middeleeuwse dichter die niet wou deugen?’ Ik 
meen iemand voor me te hebben die zijn 
schoolkennis wil etaleren, maar dat laat ik niet 
merken. 
‘Zeker,’ antwoord ik, ‘hij was een dichter die de
gevangenis van binnen kende. Daar schreef hij zijn
beroemdste zin: ‘Mais où sont les neiges d’antan?’  
Ik wil verder gaan, maar blokkeer, want ik heb nu
zélf een vraag: wat betekent neiges d’antan
eigenlijk? Ik zoek het op en vind: sneeuwpoppen,
sneeuw van gisteren, en de goede oude tijd.
Toch weet ik nu wat ik antwoorden moet: ‘Wat er
ook over Villon wordt gezegd, zijn gedíchten
deugen; die deugen omdat ze niet alleen
bewondering oproepen, maar ook vragen. Zo leeft 
de dichter voort, al is zijn lichaam dood en
‘verdwenen met de wind’’.