Als alle mollen vliegen konden
en vogels groeven in de grond,
als elk kameel zijn zebra vond
en zij zich met elkaar verbonden,
als alle paarden vinnen hadden
en zwommen in het Veerse gat,
als elke baars zijn paling had
en zij dat vierden bij de Wadden,
als water stroomde naar de bron
en licht zich keerde naar de zon,
als wortels wezen naar de lucht,
verlangend naar een ver gerucht…
wie weet of dan jouw kille blik
zich warmt aan mijn verhit gezicht.