Ik rende voor m’n toekomst uit,
ik lag al op de rails…
Als door een natbeslagen ruit
zag ik opeens iets geels.
Toen keek ik goed: het was een bal
die naar mij toe kwam rollen.
Een kind riep: bal, ik ben er al,
kom op, dan gaan we dollen.
Ik schrok me rot, ik greep het kind
en sleepte het in veiligheid.
Daar was de trein: een wervelwind!
O kind, je kwam op tijd.