De pianiste of De vreugde van een goed geheugen

Ze wil bewijzen dat ze alle sonates van Mozart uit het
hoofd kan spelen. ‘Noemt u maar een opusnummer,’
roept ze naar het publiek. Wanneer iemand reageert,

gaat ze aan de piano zitten en staart geconcentreerd
naar de toetsen tot zij zich de genoemde sonate van A
tot Z herinnert. Ook tijdens het spelen laat het geheugen

haar niet in de steek. Na het applaus legt ze uit dat elke
sonate een eigen karakter heeft, net als ieder kind in een
gezin. Eerlijkheidshalve voegt ze daaraan toe, dat het

aantal kinderen dat ze zelf gebaard heeft, aanmerkelijk
lager uitvalt dan de 18 sonates die Mozart heeft nagelaten.

Jan van Laar, november 2021