Ze fietsten samen door een drukke straat
in Elst of Arnhem-Zuid, dat maakt niet uit.
Ze zagen zich weerspiegeld in een ruit
en reden zonder dat er werd gepraat,
want hun verlangens waren niet gelijk.
Zíj wilde van die slome jongen af
en híj wou dat zij hem haar ja-woord gaf;
hun doelen lagen binnen handbereik.
Plompverloren gaf zij hem de bons.
Hij was daardoor op slag ten einde raad
en sjeesde als een blinde over straat,
zijn liefde stierf te midden van de claxons.
Huilend legde zij zich daarbij neer,
haar laatste kus beréikte hem niet meer.
Jan van Laar, maart 2023