Steeds als ik probeerde een theorie over mijn fascinatie voor
naaktheid te ontwikkelen, dacht ik aan Paul Gauguin. Hij
schilderde vrouwen op het strand en liet daarbij niet alleen
maar bloot zien, hij bood ook ruimte voor vermoedens die tot
naakte feiten waren voorbestemd. Ik vroeg mijn prof of hij
mijn gedachtegang kon begrijpen, maar hij wilde daar als
bioloog geen uitspraak over doen.
Op een zomerse dag liep ik langs het strand. Ik had een
donkere bril opgezet om de zonaanbidders deTahitiaanse
kleur te geven die Gauguin ooit gekozen had toen hij
schilderde hoe warm het was. Daar kwam ik mijn
prof tegen, die bereid was nu wel een antwoord te geven.
Hij vond dat slechts een naakt feit niet bloot kan zijn,
hoewel op dit strand bepaalde vormen van naaktheid
voorkwamen die zijn stoutste vermoedens te boven gingen.
Jan van Laar, augustus 2022