Ik bevind me in een afgesloten ruimte
en loop rond om die te leren kennen.
De vloer volgt nauwgezet mijn voeten.
Ook de lucht kijkt toe en lijkt verrast te
worden door de vragende bewegingen
van mijn verbaasde hoofd. De ruimte
lijkt nieuwsgierig en is bovendien zo
leeg dat ik me eenzaam voel. Ik moet
een list verzinnen: ik trek mijn blazer
uit en leg die als een onmiskenbaar,
zij het onbeweeglijk levensteken
midden op de vloer. Dit brengt de
ruimte in verwarring, waar ik slim
gebruik van maak. Onopvallend loop
ik langs de randen van de vloer
en win daarmee voldoende tijd
om een vergeten achterdeur
naar open ruimte te ontdekken.
Jan van Laar, januari 2024