mijn hoed afnam of opdeed,
opdeed en weer afnam,
verscheen er een nieuwe dag, een dag
die zonder groet zich
verder ontvouwde;
dat was hij zo gewend
Ik lachte hem ditkeer toe
en deed verder geen moeite,
Je kon wel bezig blijven:
Het dagelijks ritueel was hem en mij
als telkens weer, genoeg.
Hij stoorde mij niet, ook
ik was wat gewend:
qua werk en vrije tijd en zo,
uit en naar bed van
week in, maand uit naar jaar,
zo cirkelde het maar door
waarbij ik soms geduld
en ook mijzelf verloor
Een rite biedt soms rust
maar ook bekommernis
buiten mij om, en
wat ervan te denken?
We gingen zo in -op dat werk
en vergaten onszelf,
zo uit ons (eigen) doen (en denken)
geraakt:
De rite raakt óns
en de ander; daardoor zo
in blijde vergetelheid geraakt,
gerustgesteld,
onszelf gemist
Hoe verder
nu?
Jan de Vlaming, september 2023