Zodra ik een ander is
ben ik op slag voorbij
de ander is dan mij.
Mijn pen biedt averechts haar taal
zonneklaar van mij.
De ander schouwt en keert rechtsom
zijn spiegel flitst in tegenlicht langszij.
Soms is er een herkennen,
in wezen verstaat de ander mij.
Zo nu en dan speelt schroom of twijfel
want ja zeg, zo ben ik toch niet?
En tata, tata, tata …………..
Het is die ander die mij doet schudden
maar mijn woordkunst blijft volstrekt zichzelf.
Ingrid Beckering Vinckers