Interview

Wat was uw bloeiperiode, vroeg ze.
Nu, riposteerde ik.
Dan bent u dus een laatbloeier, sprak ze gevat.
Geenszins, zei ik, want ik heb altijd gebloeid,
in de beste en in de slechtste tijden,
in voor- en tegenspoed,
bij overwinning en nederlaag,
gedurende inspiratie en droogstand,
in duizeling en duikvlucht,
in dronkenschap en doodsnood,
tijdens honger en overvloed,
bij ingetogenheid en uitspatting,
in licht en duisternis,
bij geloof en ongeloof,
zowel bij twist als vrede,
in het voorjaar der illusies
zo goed als in de winter van wanhoop —
en in al die tijden heb ik in hoofdzaak,
ja vrijwel onafgebroken,
zonder adempauze of intermezzo,
en zonder acht te slaan op de kosten
of de gang van het verhaal te onderbreken,
gezwegen.

Toen zei zij dat ze genoeg wist.

Herman Posthumus Meyjes