Vertel me het grootste
in je leven, de spanwijdte
die jij in tijd en ruimte bestrijkt …..
Vertel me het kleinste
en daarvan de details …..
Heleen Bosma,
“Oostenwind, Deventer gedichten” (2011)
Ben ik die jongen aan het strand
van Bloemendaal, kort voor de oorlog,
die met een stok een lijn trekt
en zegt: aan deze kant is het leven
en aan die kant de dood,
en ik woon aan deze kant?
Maar een lijn in het zand
is slechts een kleine barrière,
je springt er zo overheen.
Dat wist ik toen ook al.
Ik wachtte tot de vloed kwam
en de lijn uit zou wissen.
Ik denk niet dat ik toen al wist
dat het verschil tussen beide zó gering was,
zo wisbaar door zwakke golven,
maar ik sprong wel heen weer,
van het ene been op het andere,
en ik riep: “hier, daar, hier, daar”.
Ik wist dat het leven groot was,
en de dood klein, of misschien ook andersom,
dat zou nog moeten blijken.
En dat het zich zou afspelen op dat strand,
waar het zand in de diepte donker en zwaar was
en aan het oppervlak licht, van kleur en gewicht.
Op de achtergrond rolde de branding —
over groot gesproken.
Dàt was pas een scheidslijn,
een verschil tussen leven en dood.
Ik klampte mij vast aan de strandpaal,
daar op dat strand van Bloemendaal.