Bij het overlijden van Shirley Temple

Zij was niets dan een verschijning,
maar die was oogverblindend:
een kolibrie in de winter
een krul in de tegelvloer
een danspas in de vliegtuigcabine
een wervelwind in de stilte
een lach in de duisternis
een feestelijke hobbel in mijn bestaan.

Had ik haar dat duidelijk kunnen maken?
Ik denk het niet, zelfs niet in dat
verdwenen land, mijn enige kans.
Dus zei ik het maar in de Cineac
in de Reguliersbreestraat.
Maar ook daar is het licht gedoofd,
de verschijning gewist,
mijn jeugd gestorven.

Herman Posthumus Meyjes