zwart de hond voor mij uit,
wit de sneeuw met sporen
van stappen die klinken in
dood bos met rillende bomen,
mijn hoofd gespleten,
geheugen een leugen verdwenen
in diepte van tijd,
gapend zwart, niet te verbinden
gelijk de oevers van de grijze rivier
in ver verleden beleefd,
eindeloos stappen in stilte
alleen in de tijd
de hond is waar en wacht