Ballade van de breinkelder

Eindelijk moest het ervan komen, zijn taak zou worden volbracht!
Als winnaar van gedichtendag, feit dat er niet om loog
hield dìt droombeeld hem voortdurend wakker in de nacht:
‘Verheffend bezig zijn, met dichters aan de toog ‘

Een rechterhand en zielsverwant was al gauw gevonden,
Als brave broeders  ging  het stel van start met de proloog:
Zowaar een hele kelder vol, waar zij versteld van stonden.
Nu konden zij ‘verheffend bezig, met dichters aan de toog’

Helaas, het liederlijk gezelschap werd abrupt verbannen
Uit deze diepe kerker, maar vocht zich razendsnel een weg omhoog.
Daartoe hadden Meyjes en de zijnen zich verrekte ingespannen,
Immers: zij moesten ‘verheffend bezig, met dichters aan de toog’

‘Enkel helden halen de hemel’ moesten de heren hebben gedacht
En gaven dankbaar gehoor aan Corrie’s lokroep van omhoog:
‘Komt allen in mijn boekenhuis, dan gaan we hier op eigen kracht
Verheffend bezig, met dichters aan de toog.’

Toch bleef het heimwee naar een kelder bij eenieder knagen
We zijn weer ondergronds gegaan, staan hier maar zelden droog
En zijn voorgoed ‘verheffend bezig, als dichters aan de toog.’

Greet Dijkhuis