ik ben een vis, ik beweeg mij
waar het licht amper doordringt
waar het geluid wordt gedempt
waar het koel is en het bestaan slecht zichtbaar
stemmen slaan mij aan de haak
woorden branden op mijn huid
ik droog uit van andermans adem
ik stik in een luchtig gesprek
was ik een vogel, ik zou
bij de eerste glimp van de zon
fluiten, tsjilpen, snateren, schetteren,
kwaken, kwetteren en kwinkeleren, ik zou
mijn vleugels spreiden en triomferen over de wind
maar ik ben een vis, ik hoor een lied
de langzame klaagzang van verre familie
ver, ver en onbekend
Ger van Diepen, februari 2023