Je kwam tot bij de hemelpoort
en dacht het paradijs te betreden
Helaas werd je wet met voeten getreden
nog voor je smeekbede werd gehoord
Net een keer te veel bedrogen
is je onschuld voorgoed vermoord
Ere zij God, ere zij God in de hoge
Jij, die de rook van het vuur kon scheiden
en sliep met de engelen van de nacht
hebt één keer te veel je moed opgebracht
Hemel en hel, je kende ze beide
Terwijl je de woorden Gods bewaarde
diep in je hart, besloop je het lijden
Vrede op aarde, vrede op aarde
Je moet terug, het is niet te geloven
en weer vult je mond zich met bloed en met stof
Hoor je de engelen, zij zingen Gods lof
Hemelse koren zijn niet te doven
Net een keer te veel geslagen
houd jij je doof voor wat ze beloven
In de mensen, in de mensen een welbehagen
Ger van Diepen, november 2021