Ger van Diepen

Gereformeerd gevederde vriend
Hoe statig stapte je
In stemmig zwart-wit door het groen
Hoe onverwacht wuft
Staken daar snavel en stelten bij af
Elke winter verdween je
Door mij node gemist
Hoe liefdevol klonk je geklepperde groet
Als je hoog in het blauw de lente deelde
Hoe groot was je trouw aan vrouw en stek

Zo groot, dat toen mijn broer de machinist
Jouw wederhelft, tot zijn groot verdriet,
Onder zijn trein vermorzelde
Jij op die vreselijk droevige plek
Bleef waken en wachten
Waken en wachten
Tot je het leven liet

Ger van Diepen, april 2023

ik had mijn hele dak blauw gemaakt
met een nieuwe verfsoort
die voortdurend meekleurt met de lucht
zodat het
toen ik aan kwam fietsen
net leek of mijn huis
geen dak meer had

het was toch vreemd
bedacht ik
dat mijn huis dakloos was geworden
terwijl het zich nog best thuis voelde
op deze plek
en ik al lang niet meer

ik stapte over de drempel
sprak mezelf moed in
welkom thuisloze

Ger van Diepen, juli 2022

Je denkt
Het is niets
Maar je wilt het hebben
Je wilt het strelen
Met je vingertoppen langs de omtrek gaan
Het gewicht voelen in je beide handen
Het opgooien en vangen
En te rusten leggen in je bed
Het zou best kunnen
Denk je
Het past gemakkelijk onder je jas
Je neemt het zo mee naar buiten
Als een ongeziene gast
Een verstekeling op de pont
Maar je vermoedt
Dat na een paar passen
Het kermen begint dat uitmondt
In luid gejammer en eindigt
Met een verbeten worsteling
Om de vrijheid
Het zal met een povere plons
In de IJssel verdwijnen
Dan weet je
Het is iets
Als het bezit is, dan gedeeld
Het wil gezien worden en bekeken
Je laat het los
Anders raak je het kwijt
Maar je pleit vanaf nu
Voor de mogelijkheid
Tot aanraking

Ger van Diepen, maart 2023

Je had het verlangen
Om met je jas over het stuur
En je schooltas achterop
Naar huis te fietsen
Nieuwe kennis in je hoofd

Maar je trapte elke dag
Naar Van Arks beschuitfabriek
Met je zondagse witte sokjes
Die aan het eind van de week
Binnenstebuiten nog prima dienst deden

Natuurlijk zei jij niet binnenstebuiten
Maar krang, in kernachtig plat
Op je laatste foto
Zoef je over een brug bij Dieren
Op een gehuurde, een weekendje weg
De vaart er goed in
En je bleef dromen

De volgende zal een elektrische zijn!
Het is er niet van gekomen

Ger van Diepen, maart 2023

ik ben een vis, ik beweeg mij
waar het licht amper doordringt
waar het geluid wordt gedempt
waar het koel is en het bestaan slecht zichtbaar

stemmen slaan mij aan de haak
woorden branden op mijn huid
ik droog uit van andermans adem
ik stik in een luchtig gesprek

was ik een vogel, ik zou
bij de eerste glimp van de zon
fluiten, tsjilpen, snateren, schetteren,
kwaken, kwetteren en kwinkeleren, ik zou
mijn vleugels spreiden en triomferen over de wind

maar ik ben een vis, ik hoor een lied
de langzame klaagzang van verre familie
ver, ver en onbekend

Ger van Diepen, februari 2023