Haar man was net overleden
door een trein aangereden
De crematie was druk
ze was helemaal stuk
Had geen zin in moeilijke vragen
stapte voor een ritje in haar wagen
De motor wilde niet lopen
was tijdens het starten verzopen
Haar broer, in taalgebruik een hele ruwe
vroeg: “Blijf je hier staan of zullen we duwe?”
Ze reed doelloos wat in ’t rond
tot er een jongen te liften stond
Ze stopte het automobiel
hij zei:” Ik heet Flip en kom uit Tiel”
Ze keuvelden samen
over bessen en bramen
Hij had geen weet
maar het verzachte haar leed
Ze stopte en draaide een zwaar shaggie
hij had ook wel zin in een trekkie
Ze reden samen richting Betuwe
Toen hij haar vroeg: “Rook je allang van de weduwe?”
Fredde Forch