Toveren met een eitje

Ik hul mij in mijn winterkleed en voel meteen het winterleed
Dat klam en koud mijn huis betreedt, haar van haar warm onthaal ontdeed.

Ik kuier langs de winkels: zie, zo’n mantel heb ik niet
Maar door ’t regime dat niets ontziet, koop ik het droomstuk niet

De barbier passeer ik achteloos, mijn haartooi voos en achteloos
Met spelden opgestoken, en in mijn jas gedoken

Open ik de voordeur van mijn huis, waar ik rillend snel het aanrecht kuis
Ik stel maar uit en stel maar uit, maar kom er toch niet onderuit

De Greenchoice mail… open ik hem? Er werkt alleen crapuul
Die op mijn laatste geld uit zijn, zodat eindelijk de bascule

Uitslaat naar een vreemde kant, binnenkort haalt het nog de krant:
“Esther skipt een oude droom, geen passie meer voor groene stroom”

Want in dit koude kikkerland, zijn we na 100 jaar weer aanbeland
Bij armoe in een tochtig kot, geldzorgen vliegen naar je strot

Geen plaggenhut maar een keurig huis, de netheid op een rijtje
Ach had ik maar een kippenhok, dan kon ik toveren met een eitje.

Esther Smit, oktober 2022