Esther Smit

Hij deed nog fijn een ommetje, door zijn eigen bosperceel
Amai, die rust, het groen, de geuren van dit prachtige struweel
Deden hem heel erg denken aan zijn jeugd in la Belgique
Het woud van de Ardennen! Die rust was best uniek.

Zij plukte nog een bosje Annemoontjes prachtig geel
Voor oma, zal ze blij mee zijn, dacht het meisje dat niet veel
Oog had dat ze ver verwijderd van haar klas aan’t raken was
En plots stond hij dus voor haar, boos kijkend naar de klas

Wie komt mijn rust verstoren? Wie waagt het in mijn bos?
Wie gooit het vol met blikjes? Wat moeten jullie – allee zeg
In het mooie Leusdens bos?
Het is hier toch geen Sneekweek, beet hij het kind scherp toe
Mijn gezin is echt aan rust toe, ik ben jullie méér dan moe!

Haar rode hoody smaakte niet, één hap was hem genoeg
Geen goesting naar een heel diner, dus gromde hij haar toe
Het meisje rende struikelend, terug naar het canaille
Die zonnen op een antwoord, een gebaar, een represaille!

Ach God, zei toen Monsigneur Loup. Op de teentjes getrapt? Rapalje!?
De volgende keer: met huid en haar! Want boeten hiervoor zal je.

Ik beet één keer: een waarschuwing, ‘k zei: kom mij niet te na
Geen schokkende gebeurtenis, al was ‘t ei-zo-na.

Esther Smit, juli 2024

Hoe wil je oud worden? Met wie wil je sterven?
Hoe wil je lief hebben? Plezier of bederven?

Caught in the action als Bonny & Clyde?
Met vele gezichten, als Jekyll and Hyde?

Of hul je je zwijgzaam en heel gedwee
In eenzelfde kleur fleecejas van de ANWB?

Nee dan liever oud worden als Calamity Jane
Het leven is mooi, ook al ben je alleen
Potentiële minnaars schiet je zo van je erf
Hup, en nu rennen! Ga snel heen, of sterf.

Of toch nog die poort, voor één keertje open?
Op ’t gevaar af, dat het niet heel erg goed af gaat
lopen?

Soms is het dapper, je kwetsbaar te tonen
En blijkt dat de liefde bij jou komt wonen

Esther Smit, juni 2024

Jij bent de zee
En ik het land
Je woelt en spoelt
Wild kolkend spant
Het zwerk zich samen boven ons

De watertand
Vlijmscherp
Jij landt
Of trekt je terug

Ik houd mij stil
Het land is dor
Tot je weer komt
Overspoelt
Overmant

Ik werp geen hengels naar je uit
Laat je begaan
Blijf rustig staan
En kleed me uit

Ik ben de kust
En jij spoelt aan
Geeft tijdelijk
Zin aan mijn bestaan

Esther Smit, april 2024

Op
Op is eerlijk, zei mijn moeder altijd
Terwijl ze de lege pan op het fornuis zette
Op, zijn de namen van de kleinkinderen
Op, voelt niet altijd als eerlijk

Op een goede dag ontdekte je
Dat de buurman een rivier onder je huis liet
doorstromen!!!
En op onverklaarbare wijze was de kerstboom
verdwenen..
Maar… was haar dochter niet pas op zolder
geweest…?!

Toch ben je op een goede dag
Bijzonder blijmoedig geworden
Als een kind zo blij zit je op je stoel
Dankbaar voor het eten, dat je dochter op het
aanrecht zet.
Hoe is het met de kinders? Vraag je gewiekst
Zodat je hun namen niet hoeft te reproduceren
Je vraagt het minimaal 7 keren
Op één ochtend

Je morst koffie
Op je toch al morsige jurk
Het deert je niet
Op de tafel ligt een sudoku
Drie vijven op een rij
Rekenen we ook goed

Esther Smit, maart 2024

Een ploegbaas met zijn ploeg aan ’t schaften
Stopt flink wat broodjes in zijn mond
Één maant tot stilte om te bidden
En kijkt triomfantelijk in het rond

Hij behoort tot de ‘artikeln’
En doet verslag van de dag des Heeren
Dat hij maar liefst 3 keer op zondag
Naar de kerk en terug mocht keren

De ploegbaas trekt een wenkbrauw op
En antwoordt vervolgens niets ontziend
Drie keer op enen zundag?
Dan zal je’t wel neudig hebben vriend!

Esther Smit, februari 2024

Aan het laden...