Jij monet zonder lelies, ongeverfde
wij-watervrouwen, jij-groene beek kanoot
rozeloos en snijdt alle tulpen af van tokio
tot den haag hoor ik de wijzen uit het oosten
aanwaaien, jij hurkt op kleuterknieëntaal
en telt mee – de sterreblauwste leeuwenbekken
en ik reken je tot de 50, weet van 55 slechts,
bezoek het brugloos dodenpark in die jouw geest-
gelaten zonnezomer op een simpelsteen die altijd
nog taalt naar jij-liefste wij-samen
en ween je regenmatig.
Dick van Welzen, november 2020