Uiteindelijk wint altijd de zwaartekracht,
de mens wordt zo in z’n val gezogen,
wanorde en duister dreigen overal.
Al wervelend tot het getal van het beest,
de dingen jinxen, ontleden hun zin
in de elementairste deeltjes.
De onbewogen beweger ontbindt
z’n duivels, schept de tardis, het midden
houdt het niet, verliest het evenwicht.
De kringlopen verwijden zich,
de gouden halo’s breken stuk,
barre wetten spelen nu de baas.
Met de zon sterven wij,
bloedgolven glanzen dodekop,
er hangen valken in de lucht.
Hun gebeden stijgen hemelwaarts
en al eeuwen slaapt genadeloos
de leeuw in de woestijn.
Dick van Welzen, augustus 2024
(Mede geïnspireerd door ‘The Second Coming’, 1919, William Butler Yeats.)