Opgeruimd mag de dag opgeheven, even nog
wordt het oude, bijna verdreven licht geduld
dan verduistert nacht’lijk gezichtsbedrog
al het aardse, vandaag zo door de zon verguld
met het goud van z’n hemelse zegetocht
die ons van geluk en liefde had vervuld.
En de chaoot, hij wacht – geduld wordt licht –
het boreale roepen van Minerva’s uil
deze zeloot gordt zijn zwaard, doet zijn plicht
en bestrijdt vol hoogmoed de stad, het vuil
en de dood, de reptielen en de wolven, aldus dicht
hij, als zij die voor hem vielen, z’n zelf gedolven kuil.
Dick van Welzen, november 2022