Godsammekrake

Was het van Zijn kant een onverhoedse liefdes
schijnbeweging, misschien zelfs een ultieme poging
tot gediefde verpleging van mijn kwijnende ziel
of een simpele verhoging die steeg tot deze ijlkoorts?

Want het geschiedde in die dagen dat HIJ plotsklaps
m’n gerimpelde kersenpit met wezensvragen kraakte.
Krek terwijl m’n hersenwit al sluipend zoekraakt
in die dagen dat HIJ zich opsluit in m’n grijze cellen,
prevelingen kwijlt en kwaakt – mijn stuipende dodenrit
in zich opnemend – en dan temend voor mij bidt.

HIJ wil en zal ten diepste mijn opper wezen,
als topper in mij ontwaken, als schone droom
die ik nog nimmer in mijn eerder leven zonder
schimmer de zevende hemel in heb geprezen!

Heer, mijn adamsappel is al te ver van UW boom
gevallen. Voor UWE Eva spaarde ik geen enkel rib
uit mijn lijf, geen heilig been of bot in UW heelal
en aarde. Heer, deze strijd om mijn ziel beduidt dan
maar géén voorzegde opstanding. Ik drijf U uit, draai
zelf wel aan het wiel, aan de vertanding van de tijd.

Dick van Wezen, juli 2021