(in Corona-tijd)
We groeten toch wel
en lopen met ruime boog
compenserend met een glimlach
mondhoeken strak omhoog
(aap)
We lopen vast
in een pad vol blikjes en dozen
als in een fuik, maar
helaas zelf gekozen
(vis)
Een man gaat snel
negeert hoe anderen kijken
hij stapt groot en blikt leeg
terwijl de winkelaars wijken
(olifant)
De winkel blijkt een dierentuin
maar zonder zichtbare hekken
de fauna zwerft hier door elkaar
met af en toe wat gekken
Claudine de la Court, mei 2020