Claudine de la Court

Ik kijk naar mijn doek
het doek kijkt terug
Wat wilde ik toch?
Ik zucht en strek eerst mijn rug

Ik had echt een plan
maar wat er verschijnt
is zoiets heel anders
dat mijn plan zachtjes verdwijnt

Ik pak een nieuwe kleur
doop in en op goed geluk
gaat de kwast op het doek
ik veeg en verhoog de druk

Mijn hoofd loopt nu leeg
en het doek raakt bedekt
mijn hand doet het werk
de vloer raakt bevlekt

Opeens lijkt het klaar
ik land in het vertrouwde
mijn ezel, de tubes en bezie
wat ik ongemerkt bouwde.

Claudine
september 2020

(in Corona-tijd)

We groeten toch wel
en lopen met ruime boog
compenserend met een glimlach
mondhoeken strak omhoog
(aap)

We lopen vast
in een pad vol blikjes en dozen
als in een fuik, maar
helaas zelf gekozen
(vis)

Een man gaat snel
negeert hoe anderen kijken
hij stapt groot en blikt leeg
terwijl de winkelaars wijken
(olifant)

De winkel blijkt een dierentuin
maar zonder zichtbare hekken
de fauna zwerft hier door elkaar
met af en toe wat gekken

Claudine de la Court, mei 2020

De wereld is bevroren water
drijft vol met schotsen ijs
ieder stapje is een gokje
uit balans heeft nu zijn prijs

De koude zit tussen de mensen
afstand houden, risico
schotsen schuiven, voeten glijden
in een trager zijns-tempo

Mooie plannen stellen zich uit
de toekomst hangt vol dikke mist
Ik dwaal richtingsloos, onduidelijk
het is het noodlot dat beslist

Ik geneer mij voor mijn warme kamer
vol muziek en zonneschijn
Deze tijd vol angst en zorgen
doet de meeste mensen pijn.

Claudine de la Court