(Een variatie op IN HET BOS van Boris Pasternak)
Vele uren was ik door het zon verschroeide,
bijkans onafzienbaar veld gegaan.
Maar nu was ik toch niet ver
van de bosrand meer vandaan.
De scherpe zon stak zonder mededogen,
deed mij verblinden, duizelen,
’t werd niet zwart maar lila voor mijn ogen!
Ik zeeg hijgend neer als door een mokerslag
en ik door de bomen
het bos niet goed meer zag.
Toch vond ik mijn weg in ’t koele duister
van het bos dat mij omgaf met
wisselend gezoem, kristallen tikjes
en een zacht gefluister.
Oh, kon ik hier voor eeuwig toeven,
mijn lief denkbeeldig aan mijn zij,
niets te moeten, niets te hoeven,
van de dagelijkse zorgen vrij.
Maar wacht eens even…
van waar komt dat gezang?
’t Is Vladimir, de oude klokkenmaker,
druk doende met zijn horlogemakerstang.
Diep in ’t bos repareert hij wijzerplaten,
hier geen last van drukte en verkeer.
Heeft uw klok u in de steek gelaten?
De nijvere Vlad herstelt hem weer.
Ook mijn klokje is bezweken
maar nu ik mij heb neergevlijd
voel ik de slaap in mij ontsteken
en heb gelukkig eindeloos de tijd.
Cees Leliveld