(zomer 2021)
Ooit aan een investeerdersroes,
een architectendroom ontsproten…
in gedurfde lijnen, samenvloeiend
tot het uitdagende contour
van een nieuw heiligdom,
gewijd aan de waan der consumenten,
een lokkend paradijs voor de kooplustigen.
Waar geen winkelketen zou ontbreken,
in hun jacht op de toen nog harde guldens
die hier, in kolkende stromen
hun bestemming zouden vinden.
Maar de sporen der jaren
werden zichtbaar in vervagende kleuren.
Een sluier van grauw kroop sluipend
over muren en daken,
beet zich vast in een grof craquelé.
Op het gebarsten, blakerend beton
staan, verspreid in kleine kuddes,
de auto’s, lijdzaam wachtend
op de terugkeer van hun meesters.
Ik bezie het winkelend publiek
dat in kleine , trage windingen
langs de winkelramen golft,
om aan het einde, moegestreden,
koers te zetten naar het voertuig,
al dan niet motorisch aangedreven,
dat hen hier bracht.
Ik kwam, ik zag en overwon
mijn gevoel van leegte en melancholie.
Zette mijn fiets weer in beweging
omdat het tijd werd voor de terugreis
huiswaarts, langs de vertrouwde wegen.
Cees Leliveld (juli 2021)