U moet met die hitte
wel veel drinken hoor,
zegt de verzorgende tegen mij.
Verzorgende?
Zo iemand noemden wij vroeger: zuster.
Die vormden toen een eindeloze rij:
Zusters van Liefde, Zusters van het Allerheiligst Hart,
Kleine Zusters van de Heilige Joseph,
Zusters van Barmhartigheid, Zusters van de Choorstraat,
Zusters van Julie Postel, Zusters van Schijndel,
Missiezusters van het Kostbaar Bloed,
Missiezusters Dienaressen van de Heilige Geest,
Zusters Ursulinen, Zusters Franciscanessen,
Zusters Dominicanessen, Dochters der Wijsheid,
Zusters van de Goddelijke Voorzienigheid,
Dochters van Onze Lieve Vrouw,
Zusters Karmelietessen, Dienaressen van het Heilig Hart,
Arme Dienstmaagden van Jezus Christus,
Dochters van Maria en Jezus,
Zusters van ‘De Voorzienigheid’,
Zusters van het Arme Kind Jezus,
Zusters van Onze Lieve Vrouw van Amersfoort,
Zusters van Onze Lieve Vrouw ter Eem….
Kom daar nu nog maar eens om!
Tegenwoordig is een verzorgende soms ook een man.
Zo iemand noemden wij vroeger: broeder.
Zoals daar zijn: de Broeders van….
Maar goed, ik moet veel drinken.
Maar wat? Dat zei zij (of hij) er niet bij!
Op water moeten we besparen.
En lauwe thee? Daar krijg ik buikpijn van.
Ooit maakte men reclame voor Goblet,
de jenever met de zachte g,
en ook de Bokma staat niet langer koud.
’t Is daarom dat ik het maar
bij vin de France of een vino primitivo houd.
Cees Leliveld, augustus 2022