Hallo! Is daar iemand?
riep ik in de schijnbaar lege ruimte vóór mij.
Maar mijn roep sloeg dood op de stenen wand.
Dus was er niemand die wat terug zei.
Zie jij nog wel eens iemand
van vroeger, uit onze oude buurt?
Was de vraag van mijn metgezel.
Ik sprak er laatst nog een zei ik,
maar dat heeft niet lang geduurd.
Laatst zag ik in ’t voorbijgaan iemand
die leek wel wat op jou.
Maar wel jonger en ook leuker om te zien.
Weet nu nog niet of ik je daarvoor ruilen zou.
Soms zie je iemand van wie je denkt:
die ken ik, maar, wie was het ook alweer?
Hij of zij is dan helaas weer opgegaan
in het gedrang
en zie je hem of haar niet meer.
Tussen iemand en niemand
ligt bepaald geen niemandsland.
Maar juist een druk en levendig gebied
waarin plotseling een silhouet verschijnt
van iemand die je kent.
Of, achteraf gezien, toch niet.
Ik ben er eentje van het vlammend rood
en u juist van dat saaie blauw.
U lijkt mij echt zo’n keurig iemand
En ik?
Ik neem het niet zo nauw!
Cees Leliveld, juli 2023