(en de noodlottige gevolgen daarvan)
Iedere laatste dinsdag van de maand
schuifelt een kleine menigte omzichtig
naar hun geheime plaats van samenkomst:
staande en gelegen op een bevederd eiland
en dat midden in de stad.
Meer kan ik er niet van zeggen
want men houdt het graag geheim.
Op die plek, het is een soort café,
draagt men uit meegebrachte verzen voor
en wel met wisselend succes.
Beluisterd door een soort presidium
en verder door het gemeen publiek.
Amateurs zijn zij, al dan niet oprecht,
jong en oud, gevorderd of nog half was.
Maar allen hebben zij die ene wens:
dat hun dichterlijke zinnen worden aangehoord.
Steeds kreeg men maandelijks een thema op
dat de pennen in beweging bracht!
Tot op die noodlottige dinsdag in november
dat Hermanus Magnus het consigne gaf:
in december zal er geen thema zijn!
Geen thema en die poëzie moet ook beter!
De verderfelijke invloed van die Sinterklaas
is ingeslopen in het dichterswerk.
Voor straf: geen thema! Dat zal ze leren!
Probeer het maar op eigen kracht
en wie het niet gelukt gaat naar het Themakamp!
De bewakers zijn geselecteerd in Noord-Korea
uit de allerwreedsten van dat slag.
Uit die kampen zijn slechts weinigen terug gekomen!
Dus dat ruimt waarschijnlijk lekker op.
De lieve Arja deed vergeefs een bede:
Ach Vader, val hen niet te hard!
Er is veel sluimerend talent in deze kring
en ooit zullen wij dit op zien bloeien.
Neen, Arja! sprak de eminente Dichtervorst:
Wie zijn kind’ren lief heeft spare zijn roede niet!
Het suizend neerkomen van het bestraffend riet
zal de ware dichters van de prutsers scheiden!
Broeder Jos: zijt ook gij van dat gevoelen?
Wel zeker Heer: gij hebt wijs gesproken!
Laat duizend Spichten bloeien en die zullen er
langs deze weg ongetwijfeld komen!
Slechts een uitzondering zoude ik willen maken
en wel voor de Revisten onder ons
ook al zouden zij de Griekse beginselen
niet of slechts aarzelend zijn toegedaan.
Lieve Jongens zijn het: een of twee in deze kring
en op hen is al mijn hoop gevestigd!
Dat is oké Jos, al kost het mij wel moeite
want die Reve moet ik persoonlijk niet!
Niet mijn wil, maar de uwe zal geschieden.
“Gaat nu allen heen!” klonk daarop het bevel:
En wie hier in december terug durft komen
weet wat hem of haar te wachten staat!