De wekker houdt zich stil.
Heeft vandaag zijn vrije dag.
De tijd aanwijzen kan nog wel
maar belsignaal of zoemer:
dat doen we niet op Zondagmorgen.
Zondagstijd lijkt eindeloos
in het begin.
Je mag kwistig omgaan
met de uren die nog vóór je liggen:
rimpelende golven in een zee van tijd.
Je luistert naar de stilte
en hoe die vroeger was.
Loom kakelende kippen van de buurman,
de kerkklok slaat langzaam bronzen slagen:
straks op de knieën voor de Heer uw God.
Vandaag toont de winter nog één keer
zijn grimmig masker
en laat plant en struik verstijven
in een roerloos wachten:
mokkend trekt de Oostenwind zich terug.
Dromen van een Zondagmorgen in de zomer,
wanneer je zwijgend
de koestering van zonlicht ondergaat,
verlangend naar je favoriete witte wijn:
Helaas! Dat wordt wachten tot de middag…..
Cees Leliveld