Iets voorbij Twello nog wat kilometers over de A 1,
maar links vóór ons komt de Lebuïnus al in zicht.
Ja, Deventer…..daar voert onze thuisreis heen.
In de auto ontstaat al het begin van een gedicht.
Ooit zei iemand op een drukbevolkt Deventer terras:
al die toeristen die je ziet achter hun wijn en bier
die hebben wel veel praatjes na hun zoveelste glas
maar moeten straks weer gaan en wij wonen hier!
Dat woongenot is slechts voor zo’n 100.000 weggelegd,
hoewel de slimste westerlingen inmiddels zijn ontwaakt
en komen nu bij bosjes in onze mooie stad terecht
wat hen nog niet tot echte Deventenaren maakt…
Iets voorbij Twello groeien de rijstroken uit tot vier in getal.
Een dubbele afrit waaiert uit naar centrum en zusterstad.
Waren hier ooit files? Niet meer het geval!
Naar de nieuwe Van der Valk opent zich een Lichtend Pad.
Over het historisch centrum is al veel geschreven en gedicht
maar het nieuwe Deventer komt hier sprankelend tot leven.
Daar werd en wordt beslist iets groots verricht.
Bedenk dit als je binnenrijdt: al is het maar voor even.
Cees Leliveld