Cees Leliveld

Hoog en welluidend klinken de lokkende gezangen
van het DDC: weer zoals altijd maandelijks bijeen.
Hun verzen houden de aandacht strak gevangen.
zoals die luitjes dichten kan er echt geen een.

Natuurlijk is de bijeenkomst gedegen voorbereid.
Wordt vooraf gegaan door overpeinzing en gebed.
Het bestuur is wel bejaard maar nog aardig bij de tijd;
er wordt door hen veel voorbereidend werk verzet.

Broeder Cees gaat de gemeente minzaam vóór
met zijn immer zalvend woord,
terwijl broeder Joseph zijn groepjes van drie formeert.
Van broeder Tinus heeft u tot nu toe nog niets gehoord
maar hij is wel degene die met het kistje collecteert!

Door zijn stille arbeid zwelt onze kas tot een forse BMI
en rinkelen de euro’s oorverdovend in de kluis.
Maar die besteden wij al al binnen een maand of drie:
de feestdagen maken wij net zo gezellig als bij u thuis!

Na de gedichten komt ook de interne mens aan bod:
wie blijft er eten ? is dan steeds de rituele vraag.
De 7 e Hemel verschaft ons een rijkelijk gevulde pot,
want ook bij dichters gaat de liefde door de maag.

Moge ons cafeeke haar rituelen toch in ere houden!
En onze dichtershand niet worde getroffen door artritis,
of een andere enge ziekte die wij niet wensen zouden,
maar de bloei van ons Café het wenkend perspectief is!

Cees Leliveld, september 2023

Hoe is het nu met u?
Vraagt de mij toegewezen arts.
Jong. Blond.
Zou mijn dochter kunnen zijn.
Tja, hetzelfde, zo’n beetje…
Denk ik.
Dènkt u.
Ik heb helaas slecht nieuws voor u.
Wij verwachten geen genezing meer;
kunnen niets meer voor u doen.
U mag van ons naar huis.
Hoe lang nog? gaat dan door je heen.
En, hoe zou het einde zijn?
In geen geval een nieuw begin
zoals ons wordt verteld.
Maar, misschien wacht iemand wel op mij.
Hoewel, wie zou dat moeten zijn?
’t Is niet dat ik wanhopig ben.
Kwam bij me op als een onbestemd idee.
Maar, misschien ook wel als een
diep weggestopt verlangen?

Cees Leliveld, augustus 2023

Hallo! Is daar iemand?
riep ik in de schijnbaar lege ruimte vóór mij.
Maar mijn roep sloeg dood op de stenen wand.
Dus was er niemand die wat terug zei.

Zie jij nog wel eens iemand
van vroeger, uit onze oude buurt?
Was de vraag van mijn metgezel.
Ik sprak er laatst nog een zei ik,
maar dat heeft niet lang geduurd.

Laatst zag ik in ’t voorbijgaan iemand
die leek wel wat op jou.
Maar wel jonger en ook leuker om te zien.
Weet nu nog niet of ik je daarvoor ruilen zou.

Soms zie je iemand van wie je denkt:
die ken ik, maar, wie was het ook alweer?
Hij of zij is dan helaas weer opgegaan
in het gedrang
en zie je hem of haar niet meer.

Tussen iemand en niemand
ligt bepaald geen niemandsland.
Maar juist een druk en levendig gebied
waarin plotseling een silhouet verschijnt
van iemand die je kent.
Of, achteraf gezien, toch niet.

Ik ben er eentje van het vlammend rood
en u juist van dat saaie blauw.
U lijkt mij echt zo’n keurig iemand
En ik?
Ik neem het niet zo nauw!

Cees Leliveld, juli 2023

Soms toont iemand zich meer beer dan vent
maar is hij van binnen toch een kwal.
Ja, dat is lastig als je zo tweeslachtig bent
al is dat dan helaas wel het geval.

Kijk zo’n ouwe zeerob, die heb ik op het oog
met aan zijn zij een blonde stoot, vast een serpent.
Die getaande pikbroek gaat geen zee te hoog
en die scharrel hoeft van hem geen happy end.

Van izegrim tot de bekende hi, ha hondenlul
(sorry, ik bedoelde natuurlijk onbenul).
Een sluwe vos staart schaapachtig voor zich uit.
Het koekoeksjong legt zijn veren in de krul.
De vos denkt watertandend aan een malse kippenbuit.

De mens de mens een wolf
(homo homini lupus est).
Van aasgier tot vredesduif, onverschillig groot of klein.
Hoog in ‘t geboomte in zijn ondoordringbaar nest
meent elke uil zijn jong een valk te zijn.

Mens of dier: wat is nu het verschil?
Een angsthaas wordt soms verwisseld met een tam konijn.
Die arme kikvors ontrukt men wredelijk zijn bil.
Het is niet leuk om een consumptiedier te zijn!

Is het verschil tussen mens of dier nu groot of klein?
De afstand tussen haat en liefde voelt vaak als intens.
Luis op een zeer hoofd of olifant in een kast vol porselein?
Het menselijke in het dier of het dierlijke in de mens?

Cees Leliveld, april 2023

Wat zou ik zijn zonder mijn stoere fiets?
Mijn gestaalde hartsvriendin –
door mij zo hartstochtelijk bereden!
Zonder haar vervaagt mijn leven tot een zinloos niets
ondanks de zadelpijn die ik zo dikwijls heb geleden.

In het Engels noemt men onze fiets een bike.
In het Frans moet men zo nodig op de vélo.
Maar, als ik mijn tweewieler met liefdevolle blik bekijk
krijg je die vreemdelingen zo van mij cadeau.

En dan vergeet ik nog het Fahrrad van de Oosterburen.
Ooit werden ons de fietsen door hen wreed ontrukt.
Een enkeling nam de bezetter in de luren
maar de meesten onzer is dat niet gelukt.

Door veld en beemd, door weer en wind,
de accu maximaal, de banden stevig opgepompt,
flits ik naar waar ik mijn bestemming vind
en volg het rijwielpad, waar nooit een eind aan komt.

Cees Leliveld, maart 2023

Of: wat verbeeld jij je eigen wel?

U en ik moeten het helaas slechts doen
met wie of wat ik ben of hoe ik lijk.
Soms ontwaakt in mij een ongekende kampioen
als ik afdaal in mijn dromenrijk.

In films schitter ik als schurk of held,
heb ook een daverend succes op het toneel.
De Keukenhof: één onafzienbaar, wuivend lelieveld!
Maar zoveel glamour wordt me toch te veel.

Of ik verschijn als Zomergast op de tv,
vertel ik over mijn roemrijk verleden.
Miljoenen kijkers leven huiverend mee:
al had ik liever niet dat zij dat deden.

Ik ben bang dat die illusie nog lang blijven zal,
heen en weer geslingerd tussen hoop en vrees.
Het blijft tobben in dit aardse tranendal
en zeker als ik zoveel betere gedichten lees.

Toch blijft de hoop: tegen beter weten in.
Heb mij verzoend met mijn kabbelend bestaan.
Geloven in jezelf geeft je leven zin
en blijft je droom nooit ver van je vandaan.

Cees Leliveld, februari 2023

Soms, heel zelden maar,
beleef je een moment
waarop je denkt,
hoopt,
tegen beter weten in:
dat dit zou mogen duren
tot eeuwig in de tijd.
Maar dan vervliegt de roze schijn
en word je weer omhuld
door de kille nevel
van de aardse werkelijkheid.

Cees Leliveld, januari 2023

Een varkensslager in Neede
kreeg last van zijn gewelddadig verleden.
Ja, hij was wreed voor die zwijntjes!
Doorkliefde zowel grote als kleintjes.
Sindsdien houdt hij zijn mes in de schede.

Een oud-bankdirecteur, woonachtig in Bussum
declareerde ook zijn bezoekjes aan Yab Yum.
Ja, zei-die dan:
ik neem het ervan.
Voor mij is het nog altijd het summum!

Een leraar Duits in het Zeeuwse Renesse
was verslaafd aan jenever met bessen.
Hij kreeg een delier
ging toen over op bier.
Je moet toch wat om je dorst mee te lessen!

Een verpleegkundige in het Gelderse Twello
had wel wat weg van Marilyn Monroe.
Het was echt een stoot,
ze liep ook vaak bloot.
Zo ging ze het liefst op de foto.

Cees Leliveld, december 2022

Onbevangen nader ik het kruispunt.
In alle vroegte al van huis gegaan.
Wanneer ik aan de oversteek begin
wordt plots mijn blikveld uitgewist.
Een windvlaag rukt mij ruw opzij
en dringt het langzaam tot mij door
dat een razend motorvoertuig
deze argeloze fietser
op een haar na heeft gemist.

Cees Leliveld, november 2022

Mijn opa, van vaderszijde, was barbier.
Dat heb ik overigens van horen zeggen
want met een scheerkwast
heb ik hem nooit gezien.
Barbier dus, zij het niet in Sevilla
(die opera ging niet over hem)
maar in een dorp nabij Den Haag
waar ik wel getogen maar
niet geboren ben.
Toen ik hem leerde kennen
was hij al in ruste.
Zat zwijgend bij het raam,
met een half oor luisterend
naar de vage klachten van mijn oma.
Ik heb hem maar heel kort gekend
omdat hij vroegtijdig overleed
toen ik een jaar of elf was.
Hij leek mij toen geen tiep
die voor zijn plezier uit kuieren ging.
En, voor zover ik mij herinner,
verscheen ook geen bascule in ’t verschiet.
Dat is ook wel begrijpelijk
want bij het scheren gebruikte hij die niet.

Cees Leliveld, oktober 2022