(‘De burger zegt: dit is geen gedicht, want het is volkomen onbegrijpelijk.
De dichter zegt: dit is geen gedicht, want het is volkomen begrijpelijk…’,
Jan Gresshof)
Die klaterende klote beek
Waterval, desnoods de kraan
Het wuivende riet vertelt het verhaal
Op zich al
Dat zie je wel
Dat snap je wel
Ook dacht ik na
Over eindeloze rimpelingen
Jou wil ik een verhaal vertellen
Op zich al
Er over
Er na
Er in
Er boven
Er achter
Er onder
Er bij
Er bijna
Iets over zeggen
Het niet voor de hand
Het voordeel niet
Het nadeel niet
Ligt
Dat het is zoals het is
Op zich al
Er over
Er na
Er in
Er boven
Er achter
Er onder
Er bij
Er bijna
Iets over zeggen
En
Je hoeft niet
Wat voor de hand
Ligt
Vergeten en toekomst
Invallen
Je doet maar
Of niet soms
Had je me maar
Of niet soms
Had ik jou maar
Of niet soms
Een verhaal vertellen
Op zich al
Er over
Er na
Er in
Er boven
Er achter
Er onder
Er bij
Er bijna
Iets over zeggen
Wat is het
Dat je wezenlijk beroert
Echt is
Pijn is
Het merg uit je botten sleurt…
Vanmorgen
Werd ik wakker dood
Het einde der tijden
Mijn tijd
Je hebt een betekenisvol leven geleid
Want…, elke dag je haar anders…, toch…
Fuck it
Zei ze
Maar dat had ik al gedaan
Nu het vergeten nog
Dacht ik
En dat je zei
Dat jij
De blinden sloot…
Als jij niet
Of ik wel
Of iemand anders misschien
Op zich al
Er over
Er na
Er in
Er boven
Er achter
Er onder
Er bij
Er bijna
Iets over zou zeggen
Als dat
Het blijft
Een schermutseling
Bob Beijers (Februari 2014, genoteerd 30 september 2014)