Ik spit de grond,
gooi het laatste nieuws om,
invasie, bezette stad, burgerdoden,
hark gedroogde stalmest erdoor en erover.
Omsingeld land, bombardementen,
nog een rij, één spade diep is genoeg,
kerncentrale in handen van vijand.
Woedend wroet ik door,
vluchtende vrouwen met kinderen.
Denk aan mijn vader, niet oud geworden,
zijn ingehouden emoties als
ik naar vroeger vroeg,
het zwijgen met angst in de ogen.
Doorwerken, niet opgeven,
wormen woelen zich naar boven.
Tussen verwoeste flatgebouwen
zijn haastig greppels gegraven,
mijn honden waren beter af
met hun eigen graf achterin de boomgaard.
Het spitten schiet op, nog één richel
en de bedden liggen gereed.
Raketaanvallen, rode knop?
aan de volgende fase wil ik niet denken,
veel pootgoed aanschaffen,
kan ik het gewas delen.
Bertje van Delden, maart 2022