De Kater

Links en rechts een kopje gevend treedt hij binnen,
schrijdt statig naar zijn verheven zetel
waar hij zich behaaglijk neervlijt na wat gewentel
om aan een uitgebreide wasbeurt te beginnen.

Vanaf zijn uitverkoren positie kan hij heerlijk spinnen,
maar zijn ogen vernauwen zich soms razendsnel,
hij krabt direct, blaast leugenachtig fel, maakt echt een rel
als een huisgenoot zijn plek wil winnen.

Na 11 jaar eisen de kamerleden onverbiddelijk mijn vertrek,
geen haar in mijn vacht zal zich daarbij neerleggen,
het pluche van deze stoel voelt te comfortabel.

Dit blijft voorlopig nog míjn presidentiële stek,
alle tegenstand kan ik met een formidabel argument weerleggen
want let op, het betreft hier een sonnet en zeker geen fabel.

Bertje van Delden, november 2021