Slechts eenmaal heb ik je gezien. Jij reed,
gebogen over je stuur, in volle vaart
terwijl het asfalt onder je krachtige lichaam weggleed
langs mijn gerieflijke boerderij met open haard.
In die snelle flits ontsproot er in mijn hart
een loot van liefde want die knalrode racekledij
verpakte een goddelijk lijf, bolle kuiten zo hard
als staal, die spierspanning, oh wat ontroerde alles mij.
Och, waarom zag je mij niet op de oprit staan
tussen lentegroen en ontluikende narcissen
trillend van sensatie en zwaar aangedaan
omdat ik alleen nog naar je vurigheid kon gissen.
Stiekem hoopte ik op een onfortuinlijke valpartij;
de straat die plots door een vallende tak werd versperd,
een wiel dat in de berm zich vastreed in natte klei……
en hoe ik dan ineens Florence Nightingale werd.
Mijn knusse stulp toverde ik om in een veldhospitaal,
waar ik je wonden toegewijd zou verplegen,
je bij het knappend vuur fêteren op wijn en feestmaal
om daarna in elkaars armen te verdwijnen met Gods zegen.
Bertje van Delden, februari 2024
Parodie op: Aan Rika van Piet Paaltjens uit Snikken en Grimlachjes