Toen de regenboog aan de einder, ter hoogte van de niet vertikaal
getrokken horizon, met dat ene punt vanwege het broodnodige perspectief,
opbloeide, dacht ik nog stellig dat de verleden tijd van het spreekwoord
rabarber, blauwe stoep behoorde te zijn.
Zo onregelmatig als die einder veranderend en zich tooide in een waar spektakel
van kleuren, dat ongetwijfeld de geur van vergaand gras in zich herbergt,
zo waaierden de flarden van de regenboog in die regionen meurend in de lucht,
ten einde de ozonlaag te voeden met weerstand.
Het gaat niet aan er iets van te vinden, maar toch….
Bij die ene gedachte van een mens die niet ziet wat er is en toch
denkt te weten wat hij ziet, moet mij van het hart dat ik onregelmatigheid
als de ware regelmaat der dingen ben gaan beschouwen.
Dat doe ik des te meer omdat veel onzichtbaars, het ongeziene,
meer invloed heeft op de ontwikkelingen van het leven, dan de meesten
voor mogelijk houden en dat veel zieners geen oog hebben voor
de krachten achter die onregelmatigheid en dus in feite ziende blind zijn.