Wij liggen aan de IJssel,
jij en ik.
Jij groot en majesteitelijk,
ik loom
en op jouw gras.
Ik wandelde in jou en
werd verliefd
op schoonheid, kunst, geschiedenis
jouw groen,
en stromend water.
Fraaie oude Hanzestad,
Deventer,
mijn hart versnelde zich door jou!
Intens
geniet ik van je.
Ik wil je twee jaar dienen,
als poëet!
Je behagen met gedichten,
zo puur,
je echt beminnen.