voor wat hoort niks

de stomdronken barbier
wankelt door de straten
het knellend lijf een last
uit alle kieren sijpelt bier

geen woord uit zijn mond
zorgvuldig gewogen
op een gouden bascule
zoals overdag

bij wassen, knippen, scheren
veelvuldig oreren
geen rust hem gegund

als de föhn stopt met blazen
zijn holle frasen, geuit
in ruil voor klinkende munt

het credo van het ego
is weeg en meet
zwoeg en zweet
vul zakken, voller, volst

verdoof hopeloosheid
daarna in kroegen
hij stommelt de trap op
in het holst

als laat ochtendlicht
door gordijnen glipt
weet hij het zeker
zijn weegschaal de deur uit!

waar was gewicht
toen zijn leven
net begon?

zwaarte verdampt
in lichtvoetig kuieren
later die dag
zijn gezicht naar de zon

Astrid Aalderink, oktober 2022